Let op! Om het gebruiksgemak van de website te verbeteren maakt deze website gebruik van cookies.

Elk kind kan leren!

Aangemaakt op: 05-02-2014 om 06:30 , Laatste wijziging: 10-02-2014 om 12:13

Dé deskundige op het gebied van leren is professor Reuven Feuerstein. Hij is ervan overtuigd dat elk kind kan leren. Voor alle ouders zijn zijn adviezen interessant. 

1. Niet het kind, maar jij als begeleider moet worden aangespoord
Als je een kind wilt begeleiden dat moeilijk leert, dan kost het jou als ouder of leerkracht net zoveel inspanning als het kind zelf.  Heb je dat er voor over? Dan is de aanpak van Feuerstein misschien iets voor jou. Maar het lijkt bij hem soms wel de omgekeerde wereld. Om te beginnen staat niet de leerstof, maar dit kind centraal. Dit kind heeft er recht op dat jij als een detective op zoek gaat naar waar het hem in zit dat het leren van sommige dingen niet lukt.  En trek niet te snel conclusies; hang geen voorspellende waarde aan een ‘anders’ verlopende ontwikkeling.

2. Kijk naar wat dit kind wèl kan
Vaak ligt de nadruk op wat niet lukt. In testen worden de fouten geteld; op de fouten wordt geremedieerd. In de omgekeerde wereld gaan we kijken naar wat dit kind wel kan. Niet: welke opgaven maakt het fout, maar: welke denkvaardigheden zet het al wel in? Op de aanwezige denkvaardigheden bouwen we verder om de rest onder de knie te krijgen. In de omgekeerde wereld geven we dit kind geen opdrachten, maar geeft dit kind ons toestemming om te helpen bij de problemen die we samen eerlijk benoemen. We sluiten aan bij wat dit kind leuk vindt aan onderwerpen en activiteiten. We zien en verwoorden elke poging en inspanning. Maar we zien en benoemen ook elke vergissing. “Leg mij maar uit wat je hebt gedaan. Tot waar ging het goed?”

3. Snap jij dit kind?
Volwassenen denken te vaak dat ze duidelijk zijn in hun communicatie. Maar kinderen vatten een boodschap of opdracht soms anders op dan de bedoeling was. Het gaat er niet om of dit kind jou snapt. Het gaat erom dat jij dit kind snapt. Checken dus: “Leg het mij maar uit; dan snappen we het allebei.” Zo kom je misverstanden op het spoor. Als je zegt: “ Doe maar water in de jerrycan,” en het kind kijkt je niet-begrijpend aan, dan is het vol goede wil maar weet het misschien niet wat een jerrycan is. Dit kind doet altijd z’n best; misschien moet jij de dingen anders zeggen. Leg elk nieuw begrip uit en controleer of het begrepen is.

4. Van moeilijk naar makkelijk
Geef het kind een moeilijk probleem om op te lossen. Kijk tot waar het goed gaat. Ga uitleggen met welke denkvaardigheden dit kind het probleem te lijf kan. Doe het samen. Help het stap voor stap; zeg desnoods voor. Moet dit kind het dan niet zelf doen? Natuurlijk uiteindelijk wel, maar nu nog even niet. Tijdens het leerproces leg je uit, doe je voor. En als dit kind het de tweede poging beter doet door toe te passen wat je net oefende, dan heeft het wat geleerd. Als het daarna makkelijke oefeningen krijgt die een beroep doen op dezelfde vaardigheden, zal het deze tot een goed einde brengen. Een boost voor het zelfbeeld! Feuerstein: “De hersenen – en zelfs de genen – zijn plastisch; zij passen zich aan als je de vaardigheden oefent.”

Dit kind is zelf verantwoordelijk…
Niet jij, maar dit kind moet het denkwerk doen. Hoewel je het niet laat aanmodderen maar vanaf het begin helpt, stimuleer je zijn/haar denkwerk: “Heb je de opgave begrepen? Vertel mij wat je moet doen. Leg mij uit waarom je het zo gaat aanpakken. Denk eerst even rustig na. Moet je dingen bij elkaar zoeken? Moet je dingen vergelijken? Wat is je strategie? Jij beslist wat je gaat doen. Ik vraag je niets wat je niet kunt weten.” Eén vraag tegelijk natuurlijk. Het is belangrijk om steeds kleine doelen te stellen en te benoemen waaraan het ligt als ze gehaald worden. “Je hebt de opgave nauwkeurig gelezen. Of: Je hebt eerst rustig nagedacht. Of: Je hebt uit twee mogelijkheden de juiste gekozen en je wist ook waarom. Of: Je hebt toegepast wat we vorige keer besproken hebben.”

5. Van vragen word je wijs
Vragen is de start van leren. Stimuleer dit kind om vragen te stellen. Maar geef geen antwoord; geef tijd. Geef dit kind gelegenheid zelf het antwoord te vinden. Pas als het echt tegen een grens aanloopt help je verder.  Ga in gesprek over welke denkvaardigheden je nodig hebt. Zeg pas een antwoord voor als het kind echt niet kan vinden. Check later of het begrepen is en toegepast wordt. “Ik help je niet om de opgave nu goed te doen, maar om hem voortaan altijd goed te doen.” .

6. Jij moet veranderen
Zorg er allereerst voor dat dit kind je vertrouwt. Wil het graag door jou geholpen worden en wil jij graag helpen? Zo niet, ga dan eerst leuke dingen doen om de akker voor te ploegen. Bijvoorbeeld beweegspelletjes; bewegen stimuleert de hersenen. Zonder wederkerigheid lukt het niet. Niet dit kind moet dan beter z’n best doen, maar jij. Wil het echt niet, ga dan niets forceren maar probeer het later nog eens. Liefde moet van twee kanten komen.

7. We zijn allemaal anders
Elk kind heeft zijn eigen verstandelijke mogelijkheden. Elk kind is anders en zichzelf. Kijk daarom welke taken bij welke kinderen passen om aan eenzelfde denkvaardigheid te werken. Kinderen worden vaak ten onrechte gelabeld. Daardoor ontstaan juist problemen, in plaats van dat je hen helpt. Soms krijgen kinderen teveel zorg in plaats van onderwijs. Deze kinderen hebben taken nodig die hun conditie verbeteren. Geef tijd; ontwikkeling verloopt soms langzaam. Blijf herhalen, maar liever vaker kort dan een keer te lang.

Tips voor thuis:

  • Zorg voor een omgeving waarin dit kind zich kan concerteren.
  • Aandacht vragen voor en focussen op een taak is belangrijk.
  • Zorg dat een opdracht aansluit op iets dat dit kind al weet en herkenbaar is. Het voelt dan goed en  sluit aan bij de zone van de naaste ontwikkeling.
  • Geef alles een naam, vertel waar het voor is, zeg waarom iets wel of niet mag. Niet: nee zeggen als je kind zijn vinger in het stopcontact steekt. Wel: vragen stellen, uitleg geven en echt met het kind praten.
  • Verpak nieuwe informatie ook eens in een spelletje of een verhaaltje.

Reacties