Eens in de zoveel tijd komen er weer cijfers uit over het aantal kinderen dat wordt gepest, op het schoolplein, in de klas en op internet. Maar hoeveel kinderen daadwerkelijk slachtoffer zijn van pesten, daar is moeilijk de vinger op te leggen. Dat zegt Frits Goossens, onderzoeker en hoofddocent aan de faculteit psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en een van de auteurs van het boek Pesten op school.
Woensdag publiceerde het CBS cijfers over cyberpesten. Volgens het statistiekbureau wordt een op de tien jongeren op internet gepest. Ze zijn naar eigen zeggen slachtoffer van laster en roddel, en soms chantage en bedreiging.
Vragen
Volgens Goossens is het probleem met pestcijfers dat er verschillende manieren zijn om het fenomeen te onderzoeken. ‘Je kunt bijvoorbeeld kinderen vragen of ze gepest worden, klasgenoten vragen of er kinderen in de klas gepest worden of zelf observaties houden. Maar de uitkomst is altijd anders’, zegt Goossens.
Onzeker
Volgens de onderzoeker zullen kinderen eerder zelf aangeven dat ze gepest worden, met als gevolg een grote onzekerheidsmarge. Om klasgenoten over elkaar te bevragen levert volgens hem betrouwbaarder cijfers op. ‘Maar daarmee loop je weer het risico dat niet-zichtbaar pestgedrag zoals roddelen of buitensluiten, niet aan het licht komt’, zegt Goossens. ‘Je blijft dus altijd vissen.’
Interventie
In plaats van te onderzoeken hoe vaak pesten voorkomt, kijkt Goossens liever naar methodes om het pesten te bestrijden. ‘In het geval van cyberpesten bestaan er hele goede interventieprogramma’s die online pesten tegengaan. In Nederland zijn deze nog niet beschikbaar, maar in het buitenland wel.’ Zo hoopt Goossens dat een Belgisch initiatief, met de naam Friendly ATTAC, op den duur ook in Nederland voet aan de grond krijgt.
Bron: Kinderopvangtotaal.nl
Tip! Download gratis onze folders met tips tegen pesten.