Er is grote verlegenheid met levensbeschouwelijk onderwijs op basisscholen. Leerkrachten vergaderen over van alles, behalve over de godsdienstles. Dat kan anders. Amsterdam ‘Mijn oma is overleden en woont nu in de hemel’, zegt een meisje in de klas. ‘Niet waar!’, roept een jongen. ‘Mijn vader zegt dat er helemaal geen hemel bestaat.’ Volgens een islamitisch klasgenootje is de hemel alleen voor moslims en dus niet voor de oma van het christelijke meisje. Het is een scenario dat zich op de meeste van de basisscholen in Nederland zou kunnen voordoen. De religieuze achtergrond van leerlingen wordt steeds diverser, ook op van oorsprong christelijke basisscholen. Leerkrachten zijn er verlegen mee, omdat zij zelf ook niet allemaal sterk in hun schoenen staan als het op levensbeschouwing aankomt. Onderwijsdeskundige Coby Speelman promoveert vrijdag aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op onderzoek naar de gevolgen van deze ontwikkeling. Zij concludeert dat het op de meeste scholen ontbreekt aan een duidelijke visie op welke levensbeschouwing er precies moet worden overgedragen. Het gesprek met docenten over dit onderwerp wordt angstvallig vermeden. (Bron: Nederlands Dagblad p4,5)