Let op! Om het gebruiksgemak van de website te verbeteren maakt deze website gebruik van cookies.

ADHD en dan…?

Aangemaakt op: 06-01-2014 om 13:03 , Laatste wijziging: 08-01-2014 om 09:18

Kinder- en jeugdpsychiater Professor Jan Buitelaar is een van de bekendste wetenschappers op het gebied van ADHD. Hij concludeert uit zijn onderzoek dat vooral medicijnen en gedragstherapie helpen. Bij gedragstherapie, zegt Buitelaar, spelen ouders een belangrijke rol. Zij kunnen hun kind thuis gewenst gedrag aanleren en ongewenst gedrag ontmoedigen. Buitenlaar geeft ouders van kinderen met ADHD daarbij de volgende 5 opvoedadviezen:
1.    Anticiperen
“Vooruitzien is een goede strategie, hopen dat het vanzelf zal lukken niet. Stel dat je weet dat er over twee dagen een feestje is bij oma waar alle neefjes en nichtjes zijn. Je kunt hopen dat kind de hele middag leuk met de andere kinderen speelt, maar de kans is reëel dat het feestje uit de hand loopt. Je kind gedraagt zich wild, stoot iets om, slaat een neefje, is brutaal of zet jou als ouder voor gek.
Een goede strategie is vooraf nadenken en met je kind bespreken wat hij graag wil doen bij oma en wat je mee kunt nemen. Bijvoorbeeld een bal als oma buiten veel ruimte heeft. Misschien heeft oma een pc waar het kind spelletjes mee kan doen of is het gek op kleurplaten of spelletjes die je mee kunt nemen. Het zit in kleine dingen en hoeft niet moeilijk te zijn.
Iemand die voorbereid is, is meer mans. Dat geldt voor alle terreinen van het leven. Anticiperen is daarom net zo belangrijk in de opvoeding als bij het autorijden. Als je domweg op een kruising afrijdt dan weet je niet wat je moet doen als iets onverwachts gebeurt. Denk je vooruit, zie je hoe andere weggebruikers zich gedragen dan kom je niet voor verrassingen te staan.”

2.    Structuur aanbrengen en dat volhouden
“Kinderen met ADHD kunnen moeilijk structuur zien en aanbrengen, dat moeten ouders en leerkrachten doen. Je ziet soms dat ouders er drie weken keihard tegenaan gaan en het daarna worden ze moe. Net als bij het lopen van een marathon geldt: wil je het lang volhouden dan moet je je krachten verdelen. Elkaar aanvullen als ouders is ook heel belangrijk. Zorg goed voor jezelf om het vol te houden. Sommige ouders slapen in het weekend om de beurt uit. Blijf tijd besteden aan je hobby, uitgaan.”

3.    Positief benaderen
“Doet je kind iets goed wees er dan als de kippen bij. Wees creatief in aandacht geven aan wat goed gaat. Een kind in mijn spreekkamer gedroeg zich brutaal. Even later zat hij in de wachtkamer rustig een stripboekje te lezen. ‘Nu ben je goed bezig’, zei ik. Je moet het meteen bekrachtigen, niet een dag later. Er dicht op zitten, daar zijn alle behandelingen op gericht.”

4.    Selecteren, prioriteren en haalbare doelen stellen
“Leg niet op alle slakken zout. Als je alles wilt aanpakken wat niet acceptabel is dan kun je op elk moment van de dag wel tien dingen noemen. Alleen al bij een warme maaltijd, in veel gezinnen een belangrijk moment. Je moet sorteren: wat is de kern en wat is franje. Begin met iets wat makkelijk is en grote kans op een succeservaring biedt. Dat geeft het kind zelfvertrouwen en dat hebben deze kinderen hard nodig. Het is maatwerk, bedenk wat dat voor jouw kind kan zijn. Veel ouders vinden het belangrijk dat kinderen hun bord leegeten. Kinderen die slecht eten gaan meteen steigeren, jij bent politieagent en je zit al in een negatieve spiraal.
Bedenk: je kunt 80 worden met alleen brood eten. Neem genoegen met een paar hapjes en richt je op de sfeer. Elkaar laten uitpraten, of iedereen mag iets vertellen aan tafel, is vaak een haalbare regel om mee te beginnen.”

5.    Sociale handigheid ontwikkelen
“Het spel van goed kijken, luisteren naar het kind en sociaal vaardig reageren kun je leren. Er zijn natuurtalenten zoals Yvon Jaspers. Heel knap zoals zij met iedereen in elke situatie gesprekjes aanknopt en duwtjes in de goede richting geeft. Je kunt sociale handigheid ontwikkelen door goed naar anderen te kijken, een training te volgen, individueel of in een groep. Soms leren ouders meer van een getrainde ervaringsdeskundige dan van een professionele trainer omdat ze het gevoel hebben dat een lotgenoot hen beter aanvoelt.”

Door: Alie Dijkslag

Reacties